In de zomer van 2002 kreeg internetreus Yahoo de mogelijkheid een startup rond
een zoekmachine te kopen. Google kostte ‘slechts’ drie miljard. Yahoo deed
het niet. We bouwen het wel zelf, dachten ze. Inmiddels is Google ongeveer
150 miljard waard en heeft het Yahoo volledig overvleugeld op internet.
Het voorbeeld laat twee dingen zien. Internet startups hebben de potentie
razendsnel te groeien. En als investeerder krijg je één kans en die moet je
grijpen.
Vandaar dat het storm loopt op evenementen rond startups. Plugg, twee
weken geleden, en The Next Web vorige week, waren allebei afgeladen. Niet
alleen met startende bedrijven, maar ook met hongerige investeerders en
pers.
De behoefte vanuit investeerders om in contact te komen met internet startups
is groot. De concurrentie tussen de verschillende venture capitalists is
moordend in de zoektocht naar schaars talent.
“Iedereen wil de nieuwe Google signaleren”, zegt Boris Veldhuijzen van Zanten,
initiatiefnemer van The Next Web en zowel oprichter als investeerder in
diverse startups. “Daarvoor zijn dit soort evenementen zeer geschikt.”
Iedereen moet er dan ook fors voor betalen. Voor The Next Web betalen startups
2500 euro voor een presentatie en een stand. “Niet duur als je het
vergelijkt met de VS waar prijzen kunnen oplopen tot 30 duizend dollar”,
zegt Veldhuijzen van Zanten.
De deelnemers denken daar anders over. Erg duur, vinden de meeste. “Als
beginnend bedrijf moet je elk dubbeltje omdraaien”, zegt Christian
Schmidkonz van de Duitse startup Andunite, een sociale zoekmachine. Nick
Halstead van bloggenerator Fav.or.it, eveneens een startup, vindt het "duur,
maar zijn geld wel waard."
De prijs was in ieder geval geen bezwaar. Het evenement is afgeladen vol, twee
dagen lang
Opvallend genoeg zijn de meeste startups er niet voor het geld. Ze
willen gewoon laten zien dat ze hier staan. De positionering van The Next
Web is in Europa hoog, zegt een deelnemer. Wie hier staat, stelt wat voor.
Aanwezigheid is marketing op zich.
De meeste bedrijven hebben de eerste horde, het bijeensprokkelen van het
startkapitaal, al genomen. Ze hebben er al één of meerdere
investeringsronden op zitten. Daarom zijn ze hier niet direct voor geld.
Toch zijn de Europese startups zonder uitzondering jaloers op de Amerikaanse
budgetten. Youtube werd dé videosite omdat het honderden miljoenen aan
marketinggeld kon verbranden. Er was nog geen cent verdiend toen Google het
bedrijf voor 1,65 miljard kocht.
“Zo zitten we in Europa niet in elkaar”, zegt Vincent Hoogsteder
van Ebuddy. “Hier moeten we toch echt eerst centen gaan verdienen voordat
investeerders wakker worden.” Het Nederlandse bedrijf, succesvol in het
combineren van chatdiensten op internet en telefoon, zag met lede ogen aan
dat een concurrent in de VS miljoenen kreeg. “Het bedrijf heeft nog niets
bewezen.”
Een andere element is presentatie. Vanzelfsprekend voor Amerikanen maar niet
voor Europese ondernemers. “Van nature wordt daar heel veel aandacht aan
show besteedt”, zegt Veldhuijzen van Zanten.
“We hebben zo weinig gevoel voor show”, zegt de in een hagelwit pak gestoken
ondernemer. “Alleen goed zijn in je werk is gewoon niet goed genoeg.”
Evenementen als Plugg en The Next Web geven hem gelijk. Veel
presentaties zijn nog saai, onwennig en slecht voorbereid. En daardoor niet
overtuigend. “Terwijl dit je moment is”, zegt de initiator van The Next Web.
“Er zitten journalisten, potentiële partners en investeerders in één zaal.
Dan moet je je wel bewijzen.”
Investeerders, legt Schrimpff op Plugg uit, kijken naar het product en
investeren in de persoon. "Dat beseffen veel startups nog niet."
Foto: © Pieter Baert, www.pieterbaert.be/blog
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl